zaterdag 2 augustus 2014

2 augustus Over rommelkonten en de rodeo

Zaterdag 2 augustus
Na het ontbijt vertrekken we vandaag richting Cody. Het weer is niet zo geweldig, zwaar bewolkt en af en toe spettert het wat.
Via de I90 naar de Big Horn Mountains, die we al van heel ver af zien liggen. Sneeuw op de toppen.
De weg door de Big Horn Mountains is prachtig. Rotsformaties als statige kastelen langs de weg, groene bergweiden vol bloemen en zelfs rode rotsen die je eigenlijk vooral in het zuidwesten van de VS ziet.  Het hoogste punt van vandaag is zo’n 3000 meter.  Helaas geen sneeuw daar; op de sandalen door het ijs is altijd spectaculair.


Na de Big Horn Mountains komt de zon terug en rijden we door het landelijke Wyoming. Deze staat ziet er echt anders uit dan South Dakota. De prairies zijn hier ook, maar de kleuren zijn fletser, minder groen. Zo ver als we kunnen kijken zien we gele prairies met grijsgroene lage struikjes. Slechts daar waar een beekje loopt, is de vegetatie groen. En net als in 2007 zien we weer wat een rommelkonten die Wyomingers zijn: rondom hun huizen is het altijd een rotzooi van autowrakken, verroeste landbouwmachines, ijzeren tonnen, neergekwakte balen hooi enz. Ook in de winkels vallen ze op. Bonkiger, grover , luidruchtiger– harde werkers wellicht?


 Langs de weg veel vervallen huizen, soms met een oldtimer er nog naast. Ze zijn prachtig om te zien. In Nederland zou zoiets al lang opgeruimd zijn, hier mogen de huizen verlaten worden en dan rustig vervallen tot niets. Het roept wel vragen op. Wie heeft hier gewoond en waarom heeft die bewoner het huis verlaten?


In the middle of nowhere komen we een café tegen. Manderson heet het plaatsje, het telt volgens het bord aan het begin van de bebouwing 180 inwoners. Er zitten zowaar mensen in het café te lunchen! Na de koffie (en de wifi) verder door de binnenlanden. Dorpjes van rond de 250 inwoners, met als dieptepunt het dorpje Otto – 50. En toch een school!

Die bordjes … zouden ze elke keer als er een kind geboren wordt of iemand doodgaat, het getal aanpassen?

Rond 2 uur komen we aan in Cody, een toeristisch stadje vernoemd naar "Buffalo" Bill Cody in het Bighorn Basin. We checken in bij het Super 8 motel dat we gisteravond gereserveerd hebben. Super 8 is de keten waar we na slechte ervaringen in 2005 nooit weer wilden slapen. Maar, volgens Booking.com was de rest van de motels waar plek was nog beroerder. Slikken en slapen dus. En opnieuw ervaren we waarom we nooit meer naar een Super 8 willen. Het is een soort superstacaravan met ontbijtruimte (4 tafels!) en lobby ineen aan de kop van de caravan. Het hotel zit vol met motorbikers die elkaar graag laten horen hoe mooi hun motor klinkt en dit bij voorkeur doen onder ons raam. Maar de bedden zijn oke, en daar kwamen we immers voor.



We bezoeken een openluchtmuseum en zien hoe mensen rond 1850 leefden in dit gebied. Daarna gaan we naar Cody, waar hotel Irma een van de highlights is. Het hotel bestaat al sinds 1905 en ziet er geweldig uit. Binnen een donkerbruine bar met een grote spiegel erachter, oude houten tafeltjes en stoelen en rood behang met grote bloemmotieven. Je verwacht elk moment een cowboy die schietend binnenkomt. Buiten is het grote terras volgeladen met motorbikers/oude rockers en hun vriendinnen, zoals we ze deze vakantie eigenlijk al overal tegenkomen.


Net buiten Cody zien we een rodeoterrein. Dat is echt iets voor ons! We kopen kaartjes en settelen ons met een zak friet en blikje cola op de tribune. De rodeo blijkt niet zo’n Amerikaans vreetfestijn als de baseballwedstrijd die we in Albequerque ooit zagen, maar we vallen niet uit de toon met onze friet.

Om 8 uur begint het spektakel. Meisjes op paarden met de Amerikaanse vlag hoog opgestoken draven rond terwijl het volkslied door de speakers schalt. De Amerikanen gaan en masse staan, nemen hun cowboyhoed af en houden deze devoot voor hun hart. Een enkele salueert zelfs. ‘We’re proud to be American’ joelt de speaker.  Na het volkslied volgt het onvermijdelijke gebed en zien wij zelfs wat tranen vloeien.  En uiteraard, het zou Amerika immers niet zijn, volgen dan de commercials. Meisjes op paarden die om de beurt een vlag van een van de sponsoren  (hoe heet zo’n ding in een rodeo? Piste? Arena?) showen terwijl de speaker vertelt hoe geweldig deze bedrijven allemaal zijn.
Deze binnenkomst duurt een kwartier. Hierna kan de show beginnen. Stoere mannen op bokkende paarden die zo lang mogelijk moeten blijven zitten. Duo’s met lasso’s die jonge stieren moeten vangen door de lasso om hoorns en poten te werpen en het beest dan te vloeren. Meisjes die zo snel mogelijk een parcours rondom een paar tonnen (met Amerikaanse vlag, natuurlijk) moeten afleggen. Mannen op wilde stieren die zo lang mogelijk moeten blijven zitten – dit laatste duurt nooit langer dan 3 seconden. Sommige stoere binken halen de arena niet eens en worden al voordat het hek opengaat eraf gedonderd.


Het blijken allemaal wedstrijdjes te zijn tussen deelnemers die blijkbaar al die rodeo’s aflopen en van heinde en verre komen. ‘This is Cindy from Alabaaaaammmmaaaaa, give her a big applause!’ Elke keer als iemand zijn kunstje heeft laten zien, rijdt er weer een auto met trailer van het terrein af.  

Mooi om mee te maken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten