dinsdag 5 augustus 2014

5 augustus Over bikkels en bedwantsen

Dinsdag 5 augustus
Stromende regen! Weather.com had gelijk. En het blijft ook nog een paar dagen slecht in het midden van de VS. Tijd om te gaan dus. In Glacier NP, waar we in twee dagen naar toe zullen rijden, is het zonnig volgens de voorspellingen, al kunnen we ons dat amper voorstellen als je de regen hoort kletteren en de plassen ziet die wij moeten overwinnen om zonder natte voeten in de auto te komen. 
We laden onze spullen op een bagagekarretje, pakken een wafel en een kop koffie, laden de koelkast vol ijs (hebben we dat nodig bij deze kou?) en vertrekken. De wereld is heel klein door de laaghangende wolken.

Zo’n 30 mijl buiten Yellowstone pikken we een puntje Idoho mee voor we Montana intrekken. Het wordt langzaamaan droog en de lucht breekt steeds verder open.  Tegen de bergen hangt nog steeds lage bewolking, maar wij zien de zon. Wat een verschil! 


We rijden tussen de Madison Range en de Gravelly Range door naar Ennis, een dorp aan de rivier de Madison. Mooie oude panden in het centrum, alsof er in  de100 jaar dat ze staan niets is veranderd. We drinken er koffie en vullen het gemis aan ontbijt van vanochtend aan.
Daarna verder omhoog richting Butte, door de glooiende bergen van Montana. Wat een prachtig gebied. Her en der een huis of een vervallen schuur, veel koeien en grasvelden tot zo ver je kunt kijken; goudgele velden waarvan de kleur alleen verandert als er een schaduw van een wolk op valt.  We komen door enkele dorpjes die de naam dorp niet eens verdienen. Erg rustig wonen hier.
Montana is niet kinderachtig met de snelheden op de weg; met een vaartje van 70 mijl per uur schiet het lekker op.

Rond 3 uur komen we aan in Polson, een klein plaatsje aan het Flathead Lake. Helaas is het Best Western hotel aan het meer vol en moeten we op zoek naar iets anders. Hotels zijn er dun gezaaid, zodat we terechtkomen in een onvervalst Amerikaans motel uit de film. Auto voor de deur en slapen. Bij de receptie ligt een vrouw met open mond in een stoel te slapen. Met een ‘Good afternoon’ wek ik haar. Ze lijkt niet eens te schrikken. Qua uiterlijk heeft ze veel weg van de moeder van Tony Soprano en ze praat met dezelfde lijzige nasale stem. ‘So … you … want … a … room.’ Ze praat niet alleen langzaam: alles gaat op standje super slow.

De Bayview Inn ligt prachtig met uitzicht op het meer. De kamer en alles wat erin staat heeft echter zijn beste tijd gehad. Een airco die met duct tape aan de muur zit, lamp met een scheur, vloerbedekking vol vlekken, bedden met nylon sprei uit de jaren 80 en botergele lakens. Ooit wit geweest of geel gekocht? Niet over nadenken. Ook niet over wat en wie er allemaal al in de bedden heeft gelegen; we hebben een slaapplaats. Gelukkig zegt Henk pas de volgende ochtend dat hij de bedden niet eens durfde te checken op bedwantsen ….

Lake Flathead is ijzig koud, maar echte bikkels gaan erin zwemmen. En wij … . dus ook! ’s Avonds eten we bij Betty’s. Een typisch Amerikaans restaurant in jaren 50 stijl, waarin vooral locals eten.  


Omdat ons geweldige motel geen wifi heeft (‘I’m …sorry … about … that; there … must  … be … something … wrong … in … the … whole … town … than’ – ‘Sure; and you think we believe that?’), gaan we na het eten even buiten zitten bij het Best Western om daar een signaal op te pikken. Gelukkig geen wachtwoord nodig. Daarna installeren we ons op de steigers voor het hotel om de zon onder te zien gaan.


Morgen naar Glacier National Park.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten