Zondag 27 juli
Rond half 10 zijn we zo ver: deur op slot, rolluiken naar beneden, koffers in de auto - tijd om te gaan. Fileloos naar P2 op Schiphol en dan lopend naar de vertrekhal.
Daar zien we het herdenkingsmemorial ter
nagedachtenis aan de slachtoffers van de ramp met de MH17. Tussen de twee
ingangen van vertrekhal 3 ligt een meterslange stapel bloemen, knuffels,
ballonnen en kaarten. De stapel wordt voortdurend aangevuld en groeit
zienderogen. Wij sluiten ons aan bij de vele anderen die vol ontzetting staan
te kijken. Tranen prikken, onze handen gaan als vanzelf naar de mond om het
‘ooh’ te onderdrukken. Dat wat de hele week al op de tv was en wat we voortdurend
vol ontzetting hebben gevolgd, komt nu nog harder binnen. Al die mensen, die
net als wij vol verwachting hun koffers hebben ingepakt om een paar weken op
vakantie te gaan. Misschien hebben ze, net als wij, de dag voor vertrek nog
gauw even een puzzelboekje of een tijdschrift
gekocht; zo lekker in het vliegtuig of op het strand.
Bij het bloemenmonument staan drie tafels met
condoleanceboeken waar doorlopend in geschreven wordt. Veel mensen schrijven
dat er geen woorden voor zijn. Nee, die zijn er inderdaad niet. ‘Vreselijk …’
is het enige wat ik kan bedenken.
Om 14 uur zal ons vliegtuig vertrekken. Icelandair dit keer.
De KLM-vlucht die we wilden boeken, zou worden uitgevoerd door Delta. Voor ons
directe reden om iets anders te zoeken.
Het inchecken gaat vlot. Er is geen bedenkelijk kijkend heerschap die
ons ondervraagt over wie er nog meer in onze koffers heeft zitten rommelen;
gebruikelijk voor vluchten naar de VS. Misschien omdat we nu via IJsland
vliegen? De securitypoortjes op Schiphol zijn vernieuwd en lopen sneller door,
dus we kunnen al snel een kop koffie pakken. Het vliegtuig vertrekt keurig op
tijd voor het eerste deel naar Reykjavik, waar we drie uur later landen in een
vreselijk troosteloos uitziend gebied waar het ook nog eens stervenskoud is.
Welkom in IJsland.
Op het vliegveld is het een drukte van belang. Het is in elk geval niet berekend op de
drukte van vandaag, gezien het geringe aantal stoeltjes voor wachtenden. Veel Nederlanders in de hal,
die blijkbaar allemaal via IJsland naar Amerika reizen. Omdat Icelandair aan
boord geen eten verstrekt, eten we een sandwich op het vliegveld. De
wachttijden voor de warme hap zijn ons te lang.
Hierna is het tijd om in te checken voor deel twee van
onze vlucht. Nog zes uur te gaan naar Minneapolis. Naast ons zit een
vriendelijke Amerikaanse onderzoeker van een medicijnenfabrikant die, zo
vertelt hij, ‘in love is’ met Amsterdam. Hij laat ons de koppen van de kranten
zien die hij bij zich heeft, variërend van ‘Putin murderer’ tot ‘Putin seems
out of his mind’.
Om 6 uur Nederlandse tijd landen we op St Paul in
Minneapolis. Het is inmiddels 1 uur ’s nachts voor ons. Ook hier verloopt alles
vlot. Koffers van de band, vingerafdrukken en irisscan (waarom eigenlijk, vorig
jaar waren we ook nog in de VS, bewaren ze die zooi niet?) en een zowaar
redelijk vriendelijke dame die genoegen neemt met ons antwoord dat we op
vakantie gaan, in tegenstelling tot andere keren toen we werden binnengelaten
met zinnen als: ‘What is Mr Kip thinking to do in this country and when, exactly,
do you leave?’
De autoverhuurder, Alamo, zit tegenover de aankomsthal. Dat
is mooi, bespaart een bustripje en gesleep met koffers. Natuurlijk probeert Mr
Alamo ons weer een upgrade aan te smeren – ‘You’ll save on gas for sure’- (NO!)
en laten we ons verleiden tot het verzekeren van banden en accu en
sleutelverlies (rotzakken, we hadden toch alles al verzekerd?). Natuurlijk waren
we ook weer vergeten dat de taxes hier nog betaald moeten worden en dat we de
auto op een andere plek inleveren – drop off costs. Al met al nog maar drie
stappen binnen en al een paar honderd dollar lichter. Ons gemopper leidt nog niet
eens tot het optrekken van een wenkbrauw.
Als we beneden onze auto mogen uitzoeken, vragen we ons af of er überhaupt wel een upgrade mogelijk was: er staat een stralend witte Dodge Durango SUV voor ons klaar. Zes persoons, leren bekleding, grote kofferbak en zo hoog dat we er niet eens overheen kunnen kijken. Best vet waggie J Koffers erin, Tomtom aansluiten and go, op zoek naar ons Best Western hotel in Bloomington-Minneapolis.
In de wirwar van wegen en highways blijkt onze Tomtom niet
direct een duidelijke gids. Hij heeft wat moeite met de afkortingen. Via
haa-ij-wee 35 stuurt hij ons naar Killebrew dokter. Het duurt even voor we door
hebben dat hij de afkorting Dr (Drive) als dokter leest. Van de Engelstalige
Bonnie raken we ook niet onder de indruk, maar Richard kent de juiste termen en
zijn vertrouwenwekkende donkerbruine stem leidt ons feilloos over de highways
and drives.
We checken in bij het Best Western hotel, dat direct
tegenover de Mall of America ligt. Mooie kamer, heerlijke bedden en een perfect
Italiaans restaurant ernaast. Tot 10 uur houden we het vol, het is dan
inmiddels 5 uur ’s ochtends Nederlandse tijd – dan vallen we als een blok in
slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten